Het studentenwoordenboek

Studenten zijn nu eenmaal efficiënt en creatief met taal. Een baco kent iedereen wel, maar er is zoveel meer. Na het lezen van deze lijst sta jij niet met je mond vol tanden als je bij je introductieweek, hospiteeravond of een andere échte studentengelegenheid woorden als mores of sjaars hoort.

A

• Adten: je biertje (of ander drankje) in één keer opdrinken.
• Afko: afkortingen. Worden gretig gebruikt door studenten; hun taal is soms bijna niet te volgen.
• Afpilsen: de laatste paar biertjes opdrinken voordat de avond ten einde is. Lang niet altijd een goed idee, omdat deze vaak nét iets te veel van het goede zijn.
• Aight: roep je als je het ergens mee eens bent of als je ergens enthousiast van wordt.
• Avg’tje: Aardappelen, Vlees en Groenten, de super basic, normale maaltijd dus.
• Avklo: hopen we nooit meer mee te maken: de avondklok.

C

• Capu: afkorting voor cappuccino, wat natuurlijk ideaal is om te drinken bij het eerste college.
• Château migraine: dit hoop je niet te krijgen als je wijn bestelt. Het is namelijk super goedkope, slechte wijn die je hoofdpijn bezorgt.
• Cobo: constitutieborrel. Besturen feliciteren een nieuw bestuur met het bestuur-zijn. Dit nieuwe bestuur stelt zich voor en uiteraard vloeit de drank hierbij rijkelijk.
• Corps: een studentenvereniging verbonden aan een universiteit, een academie of hogeschool.

D

• Dapri: datumprikker, heel belangrijk om al je uitjes in te plannen.
• Dichtgetikt: Een student die dit is, heeft maar één gespreksonderwerp: zijn of haar studentenvereniging en het wereldje eromheen. Iets anders dan de vereniging bestaat er niet voor hem.
• Dispuut: een club binnen een studentenvereniging met mensen met gelijke interesses die best veel samen optrekken.
• Doorhalen: een nachtje niet slapen. Redenen hiervoor kunnen verschillen; misschien dat je zo laat uit de kroeg komt dat je direct door kunt naar het college, of heb je de hele nacht liggen gamen.

F

• Feut: aspirant-lid van een studentenvereniging die nog midden in zijn of haar ontgroeningstijd zit.
• Flaneren: op zo’n manier lopen dat je opvalt op straat. Jij wíl en mág gezien worden.
• Fumeren: een ander, deftiger woord voor roken. Wordt vaak gebruikt binnen studentenverenigingen.

G

• Gecondo: afkorting van gecondoleerd. Beter gebruik je dit niet bij een sterfgeval, maar bijvoorbeeld om iemand sterkte te wensen als hij zijn tentamen niet heeft gehaald.
• Gestraald zijn: Dit wil zeggen dat je je tentamen niet hebt gehaald.
• Gezel: afkorting van gezellig. Wat zijn studenten toch zuinig op hun woorden hé?
• Gieren: opschieten. Komt waarschijnlijk van het gezegde ‘met gierende banden wegrijden’.
• GK: Gemeenschappelijke Kamer. Normaliter de woonkamer in een studentenhuis. Ook wel GeRu (Gemeenschappelijk Ruimte) genoemd.

Zo ziet de gemiddelde keuken er in een studentenhuis uit.

H

• HDP: Heerlie De Peerlie. Een afkorting die gebruikt wordt als iets heerlijk/geweldig is.
• HG: hier woon je mee samen: een huisgenoot.
• Hospi: afkorting van hospiteeravond. Een hospiteeravond is een avond waarbij je wordt uitgenodigd om de kamer te bekijken waar jij op hebt gereageerd én om kennis te maken met je mogelijke aanstaande huisgenoten. Aan het einde van de avond kiezen de bewoners welke hospiteerder in mag trekken in de vrijgekomen kamer.
• Huighockeyen: een studentikoze term voor zoenen. Ook wel: tongworstelen.

I

• Ibu: dé redding voor vele studenten, ibuprofen dus. Na een zware avond is dit precies wat je nodig hebt om er weer bovenop te komen. Een para (paracetamol) is uiteraard ook een optie.
• Icen: een populair spel binnen studentenhuizen en -verenigingen. Je verstopt ergens een fles Smirnoff Ice (bijvoorbeeld achter het douchegordijn, onder de dekens, in een keukenkastje). De persoon die de fles vindt, moet deze direct leeg adten, ongeacht het moment op de dag.
• Indrinken: alvast wat alcohol drinken om in de stemming te komen.
• Inkakken: dit is eigenlijk not done. Het betekent zoiets als indutten, en dat wil je koste wat kost voorkomen als je gaat feesten.
• Inspo: inspiratie voor iets.

J

• Jasje-dasje: een colbert en stropdas dragen, en dan een spijkerbroek eronder. Een semi officiële outfit.
• JC: jaarclub. Gelijkgestemden binnen een vereniging die op hetzelfde moment lid zijn geworden en samen een vriendenclubje oprichten.

K

• Kantelen: een avondje flink uit de hand laten lopen. Ook wel escaleren genoemd.
• Keren: het matras van iemand die slaapt omdraaien, terwijl diegene er nog op ligt. Zo straf je iemand die te vroeg te bed gaat.
• KNOR: iemand die niet bij het corps hoort en daarom ook niet bekend is met de regels en gebruiken. KNOR staat voor: Kent Niet Onze Regels.

L

• Lustrum: het vijfjarig jubileum van een vereniging of dispuut. Dit wordt vaak gevierd met een feestavond, gala of zelfs een lustrumreis.

M

• Mores: ongeschreven regels binnen een studentenvereniging. Leden moeten zich hier te allen tijde aan houden, anders volgen er straffen.

N

• Nassen: een ander woord voor eten. Krijg je een vieze maaltijd voorgeschoteld? Roep dan: ‘Dit is niet te nassen!’.
• Natte tosti: een gladde corpsbal – vaak een met een matje – die heel erg vol van zichzelf is.
• Nicotinarium: in deze ruimte kun je elkaar niet altijd even goed zien én er hangt een penetrante lucht; het gaat hier namelijk over het rokershok, de plek waar je kan fumeren.

O

• ONS: afkorting voor One Night Stand.

P

• P: een belangrijk ijkpunt voor studenten, want je P staat voor je propedeuse. Als je deze hebt, heb je de eerste fase van je opleiding afgerond. Gevolg: je BSA is dan automatisch positief en je wordt niet van de opleiding afgegooid, feest! Heb je een hbo-propedeuse binnen? Dan is het zelfs mogelijk om direct door te stromen naar een universitaire bachelor.
• Persco: persconferentie. Erg spannend in coronatijden toen Rutte en De Jonge gingen aankondigen wat je mocht en wat niet.
• Prela: pre-relatie. Je hebt een goede connectie met iemand, maar nog geen officiële relatie (ofwel: rela) met diegene. Alles wijst er echter op dat die relatie vroeg of laat een feit is.

Q

• Quabo: populaire coronabesteding in studentensteden: mensen die in quarantaine moeten omdat ze in contact zijn geweest met iemand die covid heeft, gaan samen zuipen: de quarantaineborrel dus.

R

• Rattentaxi nemen: Wanneer je weggaat uit de kroeg of van een feestje zonder afscheid te nemen. Dit is not done, je vrienden/dispuutgenoten zijn hier niet van gediend.
• Regelen: iemand versieren.
• Rietadt: zo snel mogelijk je biertje opdrinken? Doe de rietadt! Het gaat sneller dan normaal adten. Hoe het werkt? Je stopt een rietje in een flesje bier en zet het flesje vervolgens op je mond, met het rietje naar buiten. Vervolgens giet je het flesje achterover en laat je de alcohol door je keel stromen. Het rietje zorgt voor lucht in het flesje, waardoor jij supersnel kunt drinken. Gas geven!

S

• Sjaars: een eerstejaars student.
• Skeer: ben je als je blut/arm bent. In dat geval kan je niet wachten tot je je stufi binnen hebt.
• Soggen: staat voor Studie Ontwijkend Gedrag vertonen. Van appen tot stofzuigen en van Netflixen tot je ouders bellen; alles is ineens boeiend om te doen als je eigenlijk moet blokken voor dat belangrijke tentamen.
• Spa goud: het overheerlijke genotsdrankje van studenten: een biertje dus.
• Spebi: een speciaalbiertje. Deze adt je niet zo snel, je geniet er op je gemakje van.
• Studententien: favoriet van vele studenten. Een prachtige 5,5 voor je tentamen halen. Je hebt dus precies genoeg gedaan voor een voldoende, feest!
• Stufi: zonder dit kunnen de meeste studenten hun studentenleven niet leiden. Stufi staat namelijk voor studiefinanciering, de vergoeding die je van de overheid krijgt om je studie (en stiekem ook wel een beetje de biertjes en andere uitgaven tijdens je studententijd) te bekostigen.

T

• Tarwesmoothie: een van de vele vrolijke benamingen voor een biertje.
• Thuis-thuis: dit is het huis van je ouders. Je studentenhuis is immers je échte thuis.

U

• UB: hier kom je alleen als het echt moet: de Universiteitsbibliotheek. Dé plek om te studeren, omdat hier geen afleidingen zijn.

V

• Vetvijver: hier gooi je snacks in, zodat je een heerlijke bruine fruitschaal krijgt: de frituurpan.
• Vloerpizza: het resultaat als je een barfje hebt gelegd. Een hoopje braaksel dat je produceert als je te veel hebt gedronken.
• VO: een afkorting van bravo. Roepen leden van een studentenvereniging als ze iets geweldig vinden, een alternatief voor applaudisseren.
• Vomeren: een vloerpizza leggen, oftewel overgeven.
• Vrijmibo: niet alleen bij studenten, maar ook bij bedrijven een populaire traditie: de vrijdagmiddagborrel. Zodra het weekend begint, is het tijd om de fles open te trekken.

W

• Wegtikken: Snel veel biertjes drinken.

Hopelijk ben je een hoop wijzer geworden en maak je je de studententaal snel eigen. Het studentenleven kan jou niet snel genoeg beginnen. Ga aan de slag met je studiekeuze en leer deze termen en afkorting. Succes!