Op jezelf wonen: hoe doe je dat? #1 Sparen en besparen

min. lezen
Op jezelf wonen: hoe doe je dat? #1 Sparen en besparen

Welkom bij de kersverse rubriek van Studiekeuzelab! Deze maandelijks terugkerende serie helpt jou het ouderlijk nest te verlaten wanneer je gaat studeren. We trappen af met misschien wel een van de belangrijkste thema’s: geld en sparen.

Ja, ja, (be)sparen is belangrijk, want studeren is niet goedkoop. Daarnaast wil je waarschijnlijk ook nog leuke dingen kunnen doen naast je studie. Je hebt dan niet heel veel tijd om te werken en stufi is niet megaveel (en een lening, wel een hele goedkope). Daarom kun je het beste inzichtelijk hebben wat er in en uitgaat, een spaarpotje aanleggen en een spaarplan maken. Hoe je dat het beste kunt doen, lees je hier.

Inkomsten en uitgaven

Wie slim met geld omgaat weet wat er elke maand gemiddeld aan geld binnenkomt en wat eruit gaat. Met andere woorden: een balans tussen inkomsten en uitgaven. Misschien heb je dit wel eens gehad met economie en denk je nu: ja, maar dat is echt heel saai. Lees dan vooral door en bedank je economiedocent later 😉

Een balans maken werkt het beste door een notitie te maken telkens als er geld binnenkomt en uitgaat. Als je weet wat je inkomsten en uitgaven zijn, krijg je inzicht in je geldzaken en kun je daar rekening mee houden in de begroting. Tegenwoordig kun je dit ook super makkelijk via de app van je bank inzien.

Begroting maken

Met een balans kan je dus ook makkelijk zien op welke uitgaven je kunt besparen. Iedere euro die je overhoudt, kun je apart zetten om te sparen. Veel mensen denken dat je veel moet verdienen om te kunnen sparen, maar dat is niet altijd waar. Soms kun je beter opletten waar jij je geld aan uitgeeft.

Op basis van die balans kun je zeggen hoeveel je per maand wilt en kunt uitgeven. Dit heet een begroting. Hier is een voorbeeld: er komt iedere maand €1000,- binnen. Daarvan moet je €500,- aan vaste lasten uitgeven (kamer, verzekering etc.). Dan moet je nog eten kopen, dat kost je ongeveer €150,- tot €200,-. Dan hou je €300,- over. Daar betaal je uitgaan van, koop je kleren en doe je andere dingen. Van dat bedrag zet je ook iedere maand €10, €20, €50 of €100 aan de kant. Zo spaar je iedere maand iets. Zie het maar zo: je wordt er nu niet rijk van, maar het helpt je wel om wat spaargeld op te bouwen.

Denk je nu: Leuk dit, maar ik wil toch echt wel iedere week uitgaan, nieuwe kleren kopen en lekker eten. Dat kan, bespaar dan bijvoorbeeld door naar een goedkopere supermarkt te gaan.

Maak een spaarplan

Als je weet wat je inkomsten en uitgaven zijn en een begroting hebt gemaakt, kun je een spaarplan maken. Daarin staat hoeveel je bijvoorbeeld in 1 jaar wil sparen en hoeveel je daar maandelijks voor aan de kant moet zetten om dat spaardoel te bereiken. Hou het wel realistisch en leuk, je hoeft echt niet op een houtje te bijten hoor.

Het doel van (be)sparen is niet alleen om uiteindelijk een dikke auto of een huis te kopen, maar om onverwachte kosten te kunnen betalen zoals wanneer je naar het ziekenhuis moet of als je iphone in de wc valt. Ook daarom is het slim om geld achter de hand te houden. Vergeet niet jezelf af en toe te belonen met nieuwe sneakers of een weekendje weg als je een mooi bedrag hebt gespaard. Maar zorg ervoor dat je daar dan niet meteen al je spaargeld aan uitgeeft.

Placeholder cta

Simpel in je inbox

Studiekeuzelab helpt je een studie kiezen.