Opa Hans (83) had zo huisvesting toen hij studeerde: 'Voor 19 gulden per maand bij hospita, die ook de was deed'

min. lezen
Opa-Hans-(83)-had-zo-huisvesting-toen-hij-studeerde-1076x715

Was studeren vroeger ‘makkelijker’? Hadden studenten in de jaren 60 of 80 ook al studiekeuzestress? En heeft de ‘pechgeneratie’ echt pech? Opa Hans Eenhoorn (83), dochter Pauline Eenhoorn (56) en kleinzoon Lucas Moolenburgh (26) over drie generaties studeren, lekke plafonds en eigenzinnige studiekeuzes.

Hij voelde zich ‘een bevoorrecht mens’: Hans Eenhoorn ging in 1963 economie studeren in Groningen in een tijd dat zoiets allesbehalve vanzelfsprekend was. "Destijds studeerde maar 4 procent van de Nederlandse bevolking. Studeren was dus zeker elitair: je voelde ook een zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid, ook onze professoren benadrukten dat. Van ons studenten werd verwacht dat we op termijn het land verder zouden helpen.’’

En ja, dat was nodig, vond oorlogskind Hans (geboren in 1941) zelf ook.

Huisvesting was destijds geen probleem. "De eerste twee jaar woonde ik voor 19 gulden per maand bij een Groningse hospita, die ook mijn kleren waste. Toen bleek dat ze ook mij wilde wassen, werd het ingewikkeld en ben ik naar een klein studentenhuis gegaan. Ik moest er wel bij werken en mijn vader beheerde mijn rekening.

"Ik had een moeilijke jeugd gehad in Den Haag, ben ook van meerdere (kost)scholen gestuurd. Eenmaal in dienst, bij het Korps Mariniers, leerde ik binnen drie maanden eindelijk discipline en doorzettingsvermogen, zaken die mijn ouders me twintig jaar vergeefs hadden proberen bij te brengen. Ik was dus al wat ouder toen ik ging studeren. Dat bleek een voordeel, die diensttijd heeft me gevormd.’’

Er langer over doen was normaal

"Ik studeerde in recordtempo af, terwijl destijds de gemiddelde studieduur acht jaar was. Het was dus heel normaal dat je wat langer over je studie deed, dat was geen enkel probleem.’’

Als vader van drie studerende kinderen en opa van zes kleinkinderen heeft hij de studiedruk zien toenemen. "De tijdsdruk voor de huidige generatie vind ik echt een probleem. Je studententijd is ook een periode waarin je je op andere terreinen leert ontwikkelen, dat is nu veel lastiger.’’

"Ik heb in mijn studietijd diepe, tijdloze vriendschappen opgedaan, mannen met wie ik nu nog steeds afspreek. Je springt samen uit de band, wordt samen dronken, gaat samen roeien en er was ook altijd een zekere controle."

"En ja, ik was in Groningen ook lid van Vindicat, daar deden we ook ondeugende dingen. Van ontgroeningen schrok ik – ook dankzij mijn diensttijd – niet. Een groot verschil met nu was dat er altijd ouderejaars waren die de jonkies corrigeerden als het uit de hand dreigde te lopen. Volgens mij gebeurt dat nu veel minder."

"Ook niet te onderschatten: er waren geen grote studentenhuizen. Onze wereld in Groningen speelde zich af in kroegen en op de universiteit. Ik denk dat de excessen nu ontstaan in die grote studentenhuizen, met een eigen cultuur.’’

Carrière bij Unilever

Na zijn studie economie lag de wereld open: mooie bedrijven stonden te springen om afgestudeerde jongeren binnen te hengelen. Hans bouwde vanaf 1969 in hoog tempo een succesvolle internationale carrière op bij Unilever, waar hij directiefuncties vervulde, onder meer in Zuid-Amerika.

Na 32 jaar Unilever bemoeide Hans, overtuigd ‘club van Rome-adept’ (die zich verzette tegen ongebreidelde groei), zich nadrukkelijk met (VN-) task forces op het gebied van duurzaamheid en hongerbestrijding. Die maatschappelijke verantwoordelijkheid droeg hij over op zijn kinderen, onder wie Pauline, en zijn kleinkinderen.

Dochter gaat studeren

Voor dochter Pauline Eenhoorn was studeren veel vanzelfsprekender dan voor haar vader. "Mijn basisschooltijd bracht ik door in Zuid-Amerika, omdat mijn vader daar toen werkte. Na de middelbare school, die ik volledig in Nederland heb gedaan, was het geen vraag of ik zou gaan studeren: ik had de mogelijkheden, de hersens en wilde graag, al had ik eigenlijk geen idee wát ik wilde studeren.’’

Ze startte met Europese studies (‘destijds een nieuwe, vrij brede studie’), maar raakte pas begeesterd toen ze op het einde van haar studietijd in aanraking kwam met Public Relations. "Daardoor ben ik uiteindelijk ook in de marketingcommunicatie terechtgekomen.’’

Reizen kon makkelijk

Voor haar afstuderen had ze al volop genoten van het relatief zorgeloze studentenleven. "Ik was een vrij serieus type, werd wel lid van een studentenvereniging en had al gauw een vriendje, die vandaag de dag nog steeds mijn partner is. Studeren vond ik in die tijd fantastisch: er was studiefinanciering, er was geen druk om mijn studie snel af te ronden en dus kon ik reizen en makkelijk een bestuursjaar doen.’’

Nu Pauline zelf werkt als hoofd communicatie op de bèta-faculteit van de Universiteit van Amsterdam beseft ze nog nadrukkelijker hoe relatief onbezorgd haar studentenleven in de jaren 80 was en hoe ze dat ook de huidige generatie gunt.

"Je studietijd, op kamers gaan, dat is zó vormend voor jongeren. Voor het eerst op jezelf wonen, je eigen potje koken, je wc schrobben: ik vind het zo ongelooflijk jammer dat veel studenten nu lange tijd thuis moeten blijven wonen omdat ze geen betaalbare kamer kunnen vinden.’’

Van links naar rechts: moeder Pauline, zoon Lucas, opa Hans

lucas-werd-toch-docent-mijn-ouders-hebben-me-altijd-gestimuleerd-en-gesteund-in-mijn-keuzes

Moeilijk een baan vinden

"Het was niet zo dat destijds de bomen tot de hemel groeiden, ik had ook baantjes nodig om op vakantie te kunnen. Maar ik woonde in Amsterdam, dat was toch een spannende plek, en mijn ouders gingen weer naar het buitenland toen ik ging studeren.’’

Niet alles ging vanzelf: eenmaal in het bezit van een diploma zat het economische tij tegen. "Het was eind jaren 80 en begin jaren 90. Destijds was het ook voor goed opgeleide jongeren moeilijk om een baan te vinden. Ik ben begonnen bij een sportmarketingbureau als assistent, terwijl ik in mijn beleving veel meer kon. Ik was daar ook binnen twee jaar alweer weg.’’

Kleinzoon wil eerst arts worden

Die onzekerheid over een baan had haar zoon Lucas Moolenburgh (26) zeker niet: hij zou arts worden. Als kind smulde Lucas al van de studieverhalen van opa Hans. Hij wist al wat hij wilde gaan doen: net als opa vól het studentenleven in (‘al ben ik minder een boefje dan opa’) en een bestaan als arts opbouwen.

Lucas was goed op weg, inclusief coschappen, tot corona roet in het eten gooide. De gedwongen (denk)pauze bracht iets naar boven waar hij nog niet eerder goed over had nagedacht: wil ik eigenlijk wel arts worden?

Startklaar-voor-je-studie-zo-bereid-je-je-voor-op-het-studentenleven-292x195
Startklaar voor je studie:

zo bereid je je voor op het studentenleven (en ga je niet failliet)

Familie keek raar op

In die periode van stilstand (her)ontdekte hij zijn liefde voor klassieke talen en maakte hij een eigenzinnige keuze. Lucas: "Ik besloot om Grieks en Latijn te gaan studeren.’’ Na een periode als invaldocent was hij direct ‘om’. "Ik voelde direct dat lesgeven helemaal bij me paste.’’

Natuurlijk leverde dat, ook in de familie, wat gefronste wenkbrauwen op, maar moeder Pauline was juist blij: "Ik zag dat Lucas tijdens zijn coschappen steeds meer met hangende schouders rondliep; ik vroeg me af waar mijn stralende kind was gebleven.’’

Nadat Lucas zijn opmerkelijke afslag nam – docent worden in plaats van arts – was dat een opluchting voor Lucas, maar ook voor zijn moeder Pauline: "Iedere ouder wil toch dat zijn of haar kind gelukkig is?’’

Financieel gesponsord

Lucas, inmiddels tweedejaars docent Grieks en Latijn op het Amsterdamse Berlaeus Gymnasisum, heeft zijn draai helemaal gevonden als docent en was blij met de support van zijn ouders. "Mijn ouders hebben me altijd gestimuleerd en gesteund in mijn keuzes: je moet doen wat goed voelt."

"Tegelijkertijd besef ik dat ik geluk heb gehad. Ik ben weliswaar van de pechgeneratie, maar omdat ik financieel werd gesponsord door de familie, kon ik na geneeskunde een andere studie gaan doen. Dat geldt natuurlijk lang niet voor alle studenten. Zonder financiële steun van mijn ouders was me dat waarschijnlijk niet gelukt.’’

Ik zag dat Lucas tijdens zijn coschappen steeds meer met hangende schouders rondliep

Moeder Pauline

Lekkend plafond

Dat laatste baart hem ook zorgen, net als de toenemende huisvestingsperikelen. "Ik ben in mijn studietijd acht keer verhuisd in Amsterdam. Het is me – niet altijd via de officiële weg – altijd gelukt om iets te vinden, maar zo kwam ik ook terecht op een zolderkamer waar ik niet rechtop kon staan en in een kamer met een lekkend plafond waar ik 650 euro per maand voor betaalde.

"En het is nu nóg erger. Als ik mijn opa hoor vertellen over zijn eerste studentenkamer waar alleen maar een kraantje met koud water op de gang was, klinkt dat misschien ‘erbarmelijk’. Nu zijn de omstandigheden niet erbarmelijk, maar het is wel treurig dat studenten zoveel geld moeten betalen voor een kamer met het formaat van een kast.’’

‘De juiste opleiding’

Lucas is zeker niet bitter of teleurgesteld dat hij eerst jarenlang aan zijn oorspronkelijke plan (arts worden) heeft gewerkt voordat hij zijn bestemming als docent ontdekte Dat pad heeft hem ook gevormd tot wie hij nu is.

Ook moeder Pauline is van mening dat studeren altijd iets oplevert, welke opleiding je ook gaat doen. Ze relativeert de spanning waar veel ouders en scholieren mee kampen om direct ‘de juiste opleiding’ te kiezen: "Het is helemaal niet erg om van studie of van richting te veranderen. In mijn omgeving heeft 90 procent van de volwassenen een opleiding gedaan waar ze later in hun beroep niks mee zijn gaan doen.’’


Dit artikel verscheen oorspronkelijk op AD.nl

Placeholder cta

Simpel in je inbox

Studiekeuzelab helpt je een studie kiezen.