Drie generaties studenten: ‘Met de jaarclub naar Panama? Alsof er soms geen rem op zit’

min. lezen
3-generaties-studenten-header-image

Financiële perikelen, een immens kamertekort en oplopende prestatiedruk: studeren anno 2024 is zeker niet alleen een lolletje. Was het ‘vroeger’ makkelijker? Of mag de huidige generatie studenten juist in de handjes knijpen? Opa Remco Berns, dochter Valeri en kleinkind Fien over investeren in kennis, kale koppen en vrienden voor het leven.

Het studiekeuzeproces van opa Remco Berns (79) was ‘overzichtelijk’. Zeker als je het afzet tegen de afwegingen die zijn dochter Valeri Berns (55) en zijn kleindochter Fien van de Sanden (19) moesten maken. Remco Berns: ,,Ik ging in 1961 in Nijmegen studeren. De voorbereiding op mijn studie bestond vooral uit het lezen van een prospectus van de overheid. Daarin las ik dat we afstevenden op een groot tekort aan scheikundigen en tandheelkundigen. Ik was slecht in scheikunde, dus het werd tandheelkunde.’’

Bij dochter Valeri Berns en kleindochter Fien had de studiekeuze wat meer voeten in de aarde. Valeri: ,,Ik heb gymnasium bèta gedaan, en destijds was het al – ook thuis – een onuitgesproken verwachting dat je na het vwo naar de universiteit zou gaan. Dat heb ik even geprobeerd, maar ik kwam er ook gauw achter dat ik veel meer een doener ben, dat ik beter op mijn plek zat op het hbo.’’ Vandaag de dag is Valeri studiekeuzeadviseur, en ze probeert vwo-studenten er dan ook op te wijzen dat er meer is dan de universiteit. 

studiekeuzecoach-292x195
Moeite met kiezen?

Misschien is een studiekeuzecoach iets voor jou. 

"Als je, net zoals ik, meer doener dan denker bent, ben je met een praktische opleiding beter af. Ik ben de hbo-opleiding Facility Management in Wageningen gaan doen. Dat was leuk en kwam daarna ook van pas; samen met mijn partner hebben we in Afrika voor het avontuur gekozen.’’

Valeri Berns

3-generaties-studenten-foto-2

Kleindochter Fien van de Sanden, nu tweedejaars student psychologie, koos wél voor de universiteit.

,,Ik kom uit Haaksbergen in Twente en twijfelde tussen studeren in Nijmegen of Leiden. Toen ik voor het eerst in Leiden kwam, vond ik dat meteen een schattige stad. Daar studeer ik nu ook. Eerst dacht ik erover om geneeskunde te gaan doen, ook omdat ik in mijn omgeving veel artsen heb. Later bedacht ik dat ik psychologie toch interessanter zou vinden. Ter voorbereiding op mijn studie heb ik, om te ervaren hoe dat nou in de praktijk is, een dag meegelopen met een klinisch psycholoog in een afkickkliniek. Dat hielp me bij mijn keuze.’’

Prestatiedruk

Vooral sinds corona gaat het steeds vaker over prestatiedruk en mentale problemen bij studenten. Volgens Valeri moeten we dat vooral niet overdrijven.

,,Het is juist goed als er een beetje druk op zit, prestatiedruk hoort gewoon bij ‘volwassen worden’. Wat voor de huidige generatie wél vervelender is, is het onderlinge vergelijken. Je kunt door sociale media alles van elkaar zien, bovendien wordt er nu veel meer dan vroeger over gevoelens gepraat.’’

Valeri

Lachend: ,,In mijn tijd was de enige sociale vergelijking die je met vriendinnen maakte met hoeveel jongens je in het weekend had gezoend.’’

Ook opa Berns vindt ‘prestatiedruk’ geen vies woord.

,,Een studie moet niet te makkelijk zijn. In mijn tijd was er zeker ook prestatiedruk: we hadden eind van het studiejaar examen, en als je het niet haalde, moest je drie, zes, negen of twaalf maanden opnieuw doen. Daar had ik ook best stress van. Bovendien hadden we hele volle weken, met veel college en veel praktijk, we werden heel goed opgeleid. Destijds keek ik wel eens jaloers naar studenten rechten, die veel minder hoefden te doen en veel meer vrije tijd hadden. Ik denk niet dat er tegenwoordig meer prestatiedruk is. Van Fien begreep ik ook dat ze de studiebelasting in haar eerste jaar vrij laag vond. Wat me wel heel vervelend lijkt is die langstudeerboete die eraan komt, ik hoop voor de huidige generatie dat die verdwijnt. Wat meer tijd inbouwen voor het afronden van een academische opleiding lijkt me voor de algehele vorming van een academicus verdedigbaar. In mijn tijd waren er studenten die rustig negen of tien jaar over hun studie deden. Voor hen was een langstudeerboete verstandig geweest.’’

Huisvesting en financiën

Een – betaalbare - kamer vinden in populaire studentensteden is vandaag de dag nogal uitdagend. Daar had opa Berns minder problemen mee: ,,Studentenflats bestonden destijds niet: een kamer zoeken deed je via een hospita. Er was in Nijmegen zeker wel keuze, maar het was ook flink behelpen. Ik had een heel kleine kamer en er was nauwelijks kookgelegenheid. Ik heb dat eerste jaar vooral veel eieren gebakken.’’

In financieel opzicht kon Remco Berns zich wel redden. ,,Behalve een studiebeurs had ik een baantje in de horeca, dat was voldoende om van te leven. Bovendien had ik weinig nodig. Ik was fanatiek hockeyer en er waren niet veel feestjes. Als ik nu de verhalen van mijn kleinkinderen hoor, lijkt het wel alsof ze van het ene feest in het andere rollen. Dat was in mijn studietijd absoluut niet het geval.’’

Kleindochter Fien heeft naar eigen zeggen geluk gehad: bij het hospiteren was het al op haar tweede adres raak, ze heeft een kamer in de Leidse binnenstad. 

"Ik heb geen grote kamer, maar ik heb het er erg naar m’n zin. Mijn ouders steunen me, ook financieel en ik werk erbij, dus ik hoef niet te lenen.’’

Fien

3-generaties-studenten-fien

Dat geldt natuurlijk zeker niet voor alle studenten. Studiekeuzeadviseur Valeri Berns vindt het gemak waarmee studenten geld kunnen lenen wel zorgelijk. ,,Hoeveel geld heb je nodig om gelukkig te zijn? Ik hoor nu van studenten die een studieschuld hebben van 60.000 of 70.000 euro. Natuurlijk is je studie een hele goede investering voor je toekomst, dus lenen is niet per se slecht, maar lenen is nu te makkelijk. Het puberbrein is nog niet goed voorbereid op langetermijndenken, en als je dan met de jaarclub naar Panama gaat… het lijkt soms alsof er geen rem op zit.’’

Studieswitchers

Van studie wisselen was in de jaren 60 minder gebruikelijk dan nu, weet opa Berns. ,,Ik deed tandheelkunde, maar ontdekte al gauw dat ik eigenlijk geen tandarts wilde worden met een praktijk aan huis. Ik wilde liever in een grotere setting werken. Daarom ben ik me gaan specialiseren tot kaakchirurg. Na mijn studie ben ik ook direct kaakchirurg geworden, dat heb ik tot mijn 69ste met veel plezier gedaan.’’

Valeri Berns wisselde dus wel van studie omdat ze ontdekte dat het hbo beter bij haar paste dan de universiteit. In haar praktijk als studiekeuzeadviseur ziet ze veel studieswitchers, vaak ook omdat studenten zich in eerste instantie onvoldoende oriënteren of de onuitgesproken ‘norm’ van ouders en omgeving klakkeloos volgen en pas tijdens hun studie ontdekken wie ze zelf zijn en welke studie daar bij past. Daarom pleit ze voor meer aandacht voor studiekeuze.

,,Je studiekeuze is voor jongeren de eerste belangrijke keuze in hun leven die ze moeten maken. En ja, daar moet je moeite voor doen en op tijd mee beginnen.’’

Valeri

Ook Fien ziet in haar omgeving veel studenten die overstappen. En zonder anderen te veroordelen, kan doorzettingsvermogen wel helpen, merkt ze nu. ,,In mijn eerste jaar miste ik bijvoorbeeld de biologische kant van de psychologie en vond ik soms dat ik te weinig college had. Nu gaat het al beter, dus ik ben blij dat ik heb doorgezet. Maar ik snap dat je van studie wilt switchen als je een studie echt niet leuk vindt of in de gaten krijgt dat je toch nooit in dat vakgebied terecht wilt komen. Ik zie mezelf in de toekomst wél als klinisch psycholoog werken, dus ik zit goed.’’

Investeren in je toekomst

Terwijl het voor Fien en Valeri heel vanzelfsprekend was om te gaan studeren, gold dat zeker niet voor opa Berns. ,,Mijn ouders hadden alleen de middelbare school gedaan. Van mijn klas, ik zat in Hengelo op school, gingen maar drie leerlingen naar een universiteit, in die zin was studeren destijds elitair. Zelf wist ik zeker dat ik naar een universiteit wilde: als je iets wilt bereiken in het leven, moet je gaan studeren, vond ik. En dat vind ik nog steeds.’’

Wat dat laatste betreft kan opa Berns tevreden zijn: zeven kleinkinderen studeren inmiddels, en kleinkind nummer acht doet nu vwo en wil volgend jaar de studerende rij sluiten. Een trotse opa: ,,Prachtig om die verhalen van de kleinkinderen te horen; ze studeren verspreid over het hele land.’’

Vrienden voor het leven

Wat van alle tijden is: bij een studenten- of studievereniging maak je ‘vrienden voor het leven’. Fien ontdekte vorig jaar, toen ze naar Leiden verhuisde, hoe fijn het is om je in een compleet nieuwe omgeving toch snel thuis te voelen. En nee, ze doet zeker niet mee aan alle feestjes, maar dat is ook helemaal niet nodig, heeft ze ondervonden.

En Valeri wilde na haar korte uitstapje naar de universiteit vooral in Wageningen blijven omdat ze het een geweldig leuke studentenstad vond waar ze interessante en leuke mensen ontmoette. ,,Ik heb een ontzettend leuke studietijd gehad. Heb er ook mijn man leren kennen; veel van mijn huidige vriendinnen en kennissen hebben er hun partner ontmoet.’’

Ook opa Berns kent de kracht van studentenvereniging, al ging het er destijds iets anders aan toe. ,,Ik kwam via Twente in Nijmegen ook in een nieuwe omgeving; vrienden maken ging bij de studentenvereniging heel makkelijk. Bij onze ontgroening van de studentenvereniging werden we kaalgeschoren. Dat klinkt nu misschien gek, maar wij beschouwden ons kale hoofd als een soort trofee: je hoorde erbij.’’

Meer weten over je studiekeuze of interesse in een Studiekeuze Bootcamp?

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op AD.nl

Placeholder cta

Simpel in je inbox

Studiekeuzelab helpt je een studie kiezen.